Voor PSV-trainer Peter Bosz was 2025 het jaar waarin hij de storm doorstond en zijn ploeg opnieuw uitvond

4 uren geleden 2

In de zomer van 2024, na zijn eerste grote prijs als trainer, lukte het Peter Bosz slecht om te genieten. Op het veld had zijn ploeg een „uniek jaar” achter de rug: PSV behaalde 91 punten in de Eredivisie, een clubrecord, en ruimschoots voldoende voor de landstitel. En met zijn echtgenote was hij in hun nieuwe huis getrokken in Apeldoorn, de stad waar de oud-voetballer opgroeide.

Toch kon Bosz (62) die zomermaanden „niet afschakelen”, vertelde hij afgelopen juli op een trainingskamp van zijn club in Duitsland, in gesprek met een groepje journalisten. „Ik sliep ’s nachts slecht, ik was doodmoe.” Voortdurend maakte hij zich zorgen of zijn club er wel in slaagde het succeselftal uit het voorgaande seizoen bijeen te houden. Uiteindelijk hadden ze maar besloten een weekje het land te ontvluchten, even tot rust te komen in de zon.

Wat hij zich in die periode maar al te goed realiseerde: zijn tweede jaar in Eindhoven zou onherroepelijk moeilijker worden dan zijn eerste. „Dat is gewoon een wetmatigheid”, aldus de trainer. Bij binnenkomst trof hij een club die al vijf jaar geen kampioen was geworden, iedereen was bereid hem te volgen op zoek naar succes. Zodra die prijs er eenmaal is, wordt de bewijsdrang vaak net iets minder. En gaan tegenstanders hun tactiek op jou aanpassen; de verrassing is er af.

Dus zelfs toen PSV het kalenderjaar 2025 begon als koploper met zes punten voorsprong op Ajax was Bosz er al niet gerust op. Hij miste de „scherpte” op trainingen, zag al vanaf de eerste speelronde de „verslapping” bij zijn elftal. Het waren voortekenen geweest van een ongekende sportieve dip, meteen na de winterstop. In de eerste zeven competitieduels van dit jaar morste PSV opgeteld 14 punten. Een tweede titel leek uit zicht.

Het maakt dat Bosz dit jaar allerminst zelfgenoegzaam de winterstop ingaat, zei hij zondagmiddag na een benauwde uitoverwinning op FC Utrecht (1-2). De voorsprong op de achtervolging mag dan een stuk groter zijn (elf punten na een 1-1 gelijkspel van Feyenoord zondag tegen FC Twente), maar „we hebben dit jaar allemaal ook ervaren hoe snel het kan veranderen”.

Frisheid toevoegen

Niettemin kan hij er inmiddels de positieve kant wel van inzien, zei Bosz op het zomerse trainingskamp. De vrije val van begin 2025 dwong hem om te vernieuwen, zowel in zijn benadering van spelers als in de speelwijze. Achteraf had hij misschien te vaak gewaarschuwd hoe taai een seizoen ná die eerste landstitel zou worden, vindt hij. Het was bedoeld om zijn spelers te beschermen tegen de hoge verwachtingen. „Maar je roept het misschien ook over jezelf af. Dat als het even minder gaat, dat jongens dan denken: zie je, het klopt.”

Deze zomer besloot Bosz het daarom anders aan te pakken. Hij zag het inbrengen van „frisheid” in zijn spelersgroep nu als een voordeel. Zes van zijn vaste krachten vonden een andere club. Doelman Walter Benitez, verdediger Olivier Boscagli en aanvoerder Luuk de Jong omdat hun contract afliep en ze niet wilden verlengen. Voor middenvelder Malik Tillman en aanvallers Noa Lang en Johan Bakayoko kwam een royaal bod.

Al in de eerste trainingen na de zomer merkte Bosz het verschil. Na het eerste kampioensjaar duurde het tot diep in het najaar voor hij tevreden was over het niveau dat hij in oefenvormen zag, zei de PSV-coach eerder al. Maar in de voorbereidingen op het huidige seizoen met tien nieuwe spelers in zijn selectie zag hij meteen „veel scherpte” op het veld. Dat geeft „nul garantie”, stelde hij vast op het zomertrainingskamp, „maar dat is wel zoals ik het wil zien”.

Ivan Perisic viert de 1-2 in de wedstrijd tegen FC Utrecht – het zou de winnende goal blijken te zijn.

Ivan Perisic viert de 1-2 in de wedstrijd tegen FC Utrecht – het zou de winnende goal blijken te zijn.

MAURICE VAN STEEN/ANP

Die grotendeels nieuwe groep spelers vroeg ook om aanpassingen aan de speelwijze, bleek dit najaar. Aanvankelijk probeerde Bosz ze nog in het bestaande raamwerk te passen, zodat hij kon blijven spelen zoals in zijn eerste twee seizoenen. Zo hield hij de verdediging grotendeels ongewijzigd met alleen Yarek Gasiorowski op de plek van Boscagli. Elke aanwinst moest in principe het gat kunnen vullen dat een vertrekker achterliet.

Maar de eerste maanden van het lopende seizoen maakten duidelijk dat dát te simpel was gedacht. Aanvallend was PSV nog net zo dominant als eerder, maar lager op het veld werd de kwetsbaarheid snel zichtbaar. In de eerste negen wedstrijden van het nieuwe speeljaar incasseerde het elftal van Bosz vijftien tegendoelpunten. In slechts één van die wedstrijden hield PSV de nul.

Bosz zag daarvoor geen specifieke oorzaak, zei hij in aanloop naar de thuiswedstrijd tegen Ajax (2-2) van half september. „Elk doelpunt heeft zijn eigen verhaal.” Toch sloop de aarzeling in de ploeg: verdedigers traden weifelend op alsof er geen afspraken waren gemaakt. Waren soms ongewoon slordig in duels en de passing. Anders dan eerder voerden ze bij balverlies niet meteen de druk op zoals Bosz graag wil, maar liepen ze achteruit richting het eigen doel.

Het dwong hem ertoe om zichzelf ook tactisch opnieuw uit te vinden. In het verleden kreeg de trainer vaak de kritiek dat hij star bleef vasthouden aan zijn principes (aanvallend spel, hoge druk), ook op momenten dat de tegenstander daarvoor de oplossing leek te hebben ontdekt. Bij zijn voorgaande clubs slaagde hij er niet in het verval te stoppen. Een trainer, kortom, die schittert als alles goed loopt, maar er nog nooit in was geslaagd een storm te doen luwen.

‘Winning machine’

Bij PSV heeft Bosz dit jaar bewezen dat hij dat wel kan. Na de slechte reeks begin 2025 wist hij het vertrouwen terug te brengen: negen van de tien laatste competitieduels van vorig seizoen werden alsnog gewonnen, op de laatste speeldag werd PSV opnieuw landskampioen. En ook voor het moeizame begin van zijn derde seizoen had Bosz een oplossing: PSV speelt weliswaar nog altijd met zijn signatuur, maar in de loop van dit najaar heeft hij ook een aantal subtiele veranderingen doorgevoerd.

De zichtbaarste is de positie van Jerdy Schouten, voor Bosz lange tijd de vaste keuze laag op het middenveld. In het voetbal van de PSV-trainer is dat een cruciale positie: hij zoekt er spelers met nauwkeurige passing en goed spelinzicht die de aanval in gang kunnen zetten. Schouten bezit die eigenschappen als geen ander, zei Bosz eerder deze maand. „Hij vindt altijd de vrije man en speelt moeiteloos onder druk uit.”

Maar gaandeweg het najaar merkte de coach dat hij de kwaliteiten van zijn nieuwe aanvoerder ergens anders op het veld beter kon gebruiken: als vervanging van Boscagli, een centrale verdediger die met zijn lange, zuivere passes de linies van een tegenstander kon doorkruisen. Die niet bang was om het middenveld in te lopen en daar in de opbouw als extra aanspeelpunt te fungeren. Geen van zijn overgebleven verdedigers bezat die eigenschappen, besefte Bosz.

Dit wordt een uitstekende Kerst!

De plek voor de verdediging wordt nu vaak opgevuld door Mauro Junior, al begon hij zondag als linksback, omdat de eerste keuze op die positie, Anass Salah-Eddine, ontbrak door deelname aan de Africa Cup. Mauro „heeft het gif dat een aantal jongens niet heeft”, zei Bosz er in aanloop naar de wedstrijd van zondag over. De Braziliaan heeft goede techniek, overzicht, maar is ook niet te beroerd om gaten dicht te lopen. Dat leidt tot meer verdedigende stabiliteit en stelt Schouten in staat zonder zorgen zijn plek in de verdediging te verlaten.

Andere voorbeelden zijn hoe Bosz zijn doelman dit jaar in de opbouw is gaan gebruiken als een soort derde centrale verdediger, om zo eenvoudiger langs de pressie van de aanvallers van tegenstanders te spelen. Hoe hij Salah-Eddine in balbezit ver uit positie laat lopen, in de as van het veld, om zo nog een extra vrije man te hebben. En hoe hij bij gebrek aan een fitte spits middenvelder Guus Til in de punt van de aanval zette, die vaak ver inzakt en zo ruimte laat voor de loopacties van anderen.

Het gevolg van die aanpassingen is dat ze tegenstanders doorlopend dwingt tot keuzes: moeten ze hun man volgen, ook als die tientallen meters uit positie loopt? Hoe moeilijk tegenstanders grip krijgen als die fluïde speelstijl goed wordt uitgevoerd, bleek in oktober en november onder meer in verpletterende overwinningen op AZ (1-5) en Napoli (6-2).

Voor Liverpool-trainer Arne Slot was het eind november aanleiding de vaste volgers van zijn club te waarschuwen. Na een moeizame start had hij PSV zien uitgroeien tot een „winning machine”, zei hij in aanloop naar de Champions League-ontmoeting tussen beide clubs. Die won PSV een dag later verrassend met 1-4. „Ik denk dat dit een van de beste teams is die Peter bij PSV onder zijn leiding heeft gehad.”

Peter Bosz groet zijn collega bij FC Utrecht, Ron Jans.

Peter Bosz groet zijn collega bij FC Utrecht, Ron Jans.

Getty Images

Dat niveau haalde het elftal van Bosz zondag tegen FC Utrecht niet, zoals een week eerder ook al moeizaam werd gewonnen in eigen huis tegen Heracles (4-3). Toch gaat Bosz met minder zorgen dan vorig jaar richting de feestdagen, zei hij zondag. Ook omdat hij ziet hoe zijn spelers op training „elke oefening serieus nemen”, terwijl hij vorig jaar meer gemakzucht bespeurde. „Dus ze hebben hier 100 procent van geleerd.”

En „vechtwedstrijden”, zoals in de laatste twee speelrondes, die horen nou eenmaal bij het voetbal, weet Bosz. Het verschil is: anders dan dit voorjaar blijft PSV daarin nu wel overeind. Dus chagrijnig over het moeizame spel? „Nee man, dit soort wedstrijden winnen is het beste gevoel dat je kan hebben. Dit wordt een uitstekende Kerst!”

De journalistieke principes van NRC
Lees het hele artikel