Nog vóór de bal rolde, hadden de teams al een eerste keuze gemaakt over hoe zij zich wilden tonen op Afrika’s grootste voetbalpodium. De nationale elftallen die de afgelopen weken op Marokkaanse bodem binnendruppelden voor de Africa Cup , betraden de rode loper met een levendige mix van cultuur en stijl. Nigeriaanse spelers verschenen in diepgroene agbada’s. Ook Mali’s gestreepte boubous van handgeweven katoen en Zimbabwe’s maatwerk van geometrische patronen uit de Ndebele-esthetiek sprongen in het oog.
De kleurrijke intredes maakten deel uit van het tweejaarlijkse ritueel waarin Afrika zichzelf viert. La Coupe d’Afrique des Nations (CAN) is een van de weinige momenten waarop Afrika zichzelf nog als collectief ervaart. Op pleinen, in huiskamers en cafés — zowel binnen het continent als bij de Afrikaanse diaspora — zullen de komende maand stoelen worden bijgezet. Zondagavond opent gastland Marokko het toernooi in Rabat tegen de Comoren.
Het continent snakt naar gezamenlijke verlichting. Uitzichtloze oorlogen in Soedan en Oost-Congo slepen zich voort, staatsgrepen volgen elkaar op, terwijl wegvallende ontwikkelingsbudgetten en jongerenprotesten de druk vergroten. Het toernooi biedt geen oplossing voor deze problemen, maar houdt ze tijdelijk op afstand.
/s3/static.nrc.nl/wp-content/uploads/2025/12/21142054/211225BUI_2027926532_4.jpg)
Medewerkers leggen zaterdag de laatste hand aan de buitenkant van het Agadir Grand Stadium in Marokko, aan de vooravond van de aftrap van het voetbaltoernooi Africa Cup of Nations (CAN).
Foto Franck Fife / AFPIntussen moet in Marokko een belofte worden waargemaakt. Voor het gastland is deze Africa Cup een glanzende etalage. Het toernooi past in een langer verhaal van modernisering. Stadions zijn opgeleverd, infrastructuur opgewaardeerd en de logistiek op orde. De Africa Cup is ook de generale repetitie voor het wereldkampioenschap van 2030, dat het land samen met Spanje en Portugal organiseert. De boodschap naar de buitenwereld moet luid en duidelijk klinken: Marokko kán dit.
Voor de Africa Cup werd bijna 2 miljard euro geïnvesteerd in stadions, terwijl de kosten van Marokko’s aandeel in het WK worden geraamd op 5,5 miljard euro, met overlap tussen beide investeringsprogramma’s. Die investeringen botsen met de dagelijkse werkelijkheid van veel Marokkanen. Vooral in Agadir werd die opvallende financiële slagkracht tegen het licht gehouden.
In oktober barstte in de kuststad breed maatschappelijk verzet los, na de dood van acht vrouwen die het kraambed na een keizersnede niet overleefden in het lokale Hassan II-ziekenhuis. De tragische sterfgevallen, die bredere tekortkomingen in de zorg blootlegden, werden aanleiding om de structurele verwaarlozing door de overheid aan de kaak te stellen.
Lees ook
Na week van protest en repressie blijft onvrede onder Marokkaanse Gen Z’ers smeulen: ‘Wat ze nu doen, wakkert het vuur alleen maar aan’
Marokkanen, aangevoerd door jongeren die zich Gen Z-212 noemen, gingen de straat op om aandacht te vragen voor zorg, onderwijs en bestaanszekerheid. De leus die in meerdere steden klonk, was kraakhelder: „Wij willen geen stadions, maar ziekenhuizen.”
Harde repressie
De protesten werden snel ingedamd met grootschalige repressie: duizenden willekeurige arrestaties, mishandelingen in politiehechtenis en zware straffen tegen vooral jonge demonstranten, ook tegen mensen die niet aan protesten deelnamen. Honderden mensen, onder wie jonge tieners, zitten nog altijd vast, wat een verlammend effect had op verdere mobilisatie.
/s3/static.nrc.nl/wp-content/uploads/2025/12/20120621/211225BUI_2027926532_1.jpg)
Een man draagt vrijdag een Marokkaanse vlag in een straat van de oude medina in Rabat, in aanloop naar de Africa Cup.
Foto Sebastien Bozon/AFPDe onderliggende boodschap is duidelijk: onvoorspelbaarheid wordt niet geduld. Voor Rabat is deze Africa Cup een oefening in beheersing. Het beeld dat naar buiten moet komen is dat van een stabiel, modern land dat in staat is een continent te ontvangen. Zo werd L’Océan, een centraal gelegen wijk in Rabat, de voorbije maanden een stille testcase van stedelijke herinrichting: woningen worden opgekocht en gesloopt, bewoners spreken van druk om te vertrekken, terwijl het stadsbestuur erkent dat de ingrepen passen binnen de voorbereidingen op onder meer de Afrika Cup.
Mohamed Sissa (67) haalt zijn schouders op. Hij schuift een stapel kranten recht van zijn kiosk op de Avenue Hassan II in Gauthier, een wijk in de compacte binnenstad van Casablanca. „La CAN?”. Sissa glimlacht flauwtjes, vanachter zijn Nike-pet. „Wat winnen wij, het volk, eigenlijk bij dit toernooi?”, vraagt hij terwijl hij met zijn wijsvinger kort tegen zijn borst tikt.
De Africa Cup brengt samen, maar wist niets uit
Even verderop kijken de opgeheven kinnen van Marokkaanse sterspelers Achraf Hakimi en Brahim Díaz je recht aan vanaf lichtgevende reclamepanelen. Het tomaatrood van de Marokkaanse vlag hangt laag boven de straten. „We hebben andere problemen. Kijk naar de scholen, kijk naar de ziekenhuizen. De werklozen, de bedelaars op straat”, zegt Sissa. „Ja, het brengt vreugde. Voor even dan. Maar zo’n toernooi komt en gaat. Wat doen we wanneer het feest voorbij is?”
Is de Afrika Cup louter een etalage, of ook een sociale hefboom, zoals Rabat betoogt? Een opiniepeiling van de Marokkaanse zakenkrant L’Économiste onder Marokkanen suggereert dat een ruime meerderheid positieve effecten verwacht van het toernooi, vooral op het vlak van toerisme en internationale uitstraling. Tegelijkertijd worden die verwachte voordelen nauwelijks gekoppeld aan structurele werkgelegenheid of koopkracht.
Verdovende effect
Het toernooi verlost Rabat tijdelijk van de hoofdbrekens over hun legitimiteitsproblemen , de regering rekent op het verdovende effect onder voetbalgekke Marokkanen. Maar zoals publicist Hicham Alaoui het deze week verwoordde in de Marokkaanse krant Le Matin: „De Africa Cup brengt samen, maar wist niets uit.”
/s3/static.nrc.nl/wp-content/uploads/2025/12/21142053/211225BUI_2027926532_3.jpg)
Mensen nemen zaterdag deel aan een parade in Rabat ter gelegenheid van de Africa Cup.
Foto Mosa’ab Elshamy / APRabat schuift het toernooi gretig naar voren als motor van groei en nationale trots. Dat laatste zal de komende dagen bij alle deelnemende landen bovendrijven. Zo had een Soedanese ondernemer uit Doha zich weken voor het toernooi bij de nationale voetbalbond van zijn land gemeld met een voorstel om de spelers bij aankomst te kleden in traditionele jalabiya’s. Gratis, als gebaar naar een thuisland in oorlog en een volk dat houvast zoekt.
Ontwerpen lagen klaar, maar het plan strandde bij de bond. Toen de spelers deze week in Casablanca arriveerden zonder esthetisch visitekaartje reageerden Soedanese fans teleurgesteld. Het toont hoe sterk de behoefte blijft om ondanks alles een andere werkelijkheid te kunnen voorstellen. Die verbeeldingskracht is misschien wel de meest onderschatte kracht van het tweejaarlijkse voetbaltoernooi.
Lees ook
Terwijl nieuwe voetbalstadions verrijzen, demonstreren Marokkaanse jongeren voor beter onderwijs en gezondheidszorg
De journalistieke principes van NRC


/s3/static.nrc.nl/wp-content/uploads/2025/12/21210350/211225CUL_2027980732_Necro1.jpg)
/s3/static.nrc.nl/wp-content/uploads/2025/12/21183447/211225VER_2027976611_.jpg)
/s3/static.nrc.nl/wp-content/uploads/2025/12/21160800/211225SPO_2026938012_Bosz04.jpg)

English (US) ·