Een week na het WK in eigen land zou Nederland opnieuw in het middelpunt van de handbalwereld kunnen komen te staan. Dit weekend doet Tjark de Lange in Caïro een gooi naar het voorzitterschap van de internationale handbalbond IHF. Hij is een van de drie tegenkandidaten van de zittend voorzitter, de Egyptenaar Hassan Moustafa. Moustafa, inmiddels 81 jaar oud, bestuurt de wereldhandbalbond al sinds 2000 en gaat op voor zijn zevende termijn.
„De IHF staat al 25 jaar onder hetzelfde leiderschap”, zegt De Lange een paar dagen voordat hij naar Egypte afreist voor het IHF-congres, „en elke organisatie verdient vanuit governance dat er verandering plaatsvindt”. De Lange (58) is voorzitter van de Nederlands-Belgische mannenhandbalcompetitie en lid van het uitvoerend bestuursorgaan van de Europese handbalbond EHF. Eerder was hij tien jaar lang voorzitter van het Nederlands Handbal Verbond (NHV).
Ik ga me niet negatief uitlaten over Hassan. Dat gebeurt al voldoende.
Naast De Lange hebben de Duitser Gerd Butzeck en de Sloveen Franjo Bobinac zich verkiesbaar gesteld. „De heersende gedachte bij het Europees handbalverbond is dat meer kandidaten meer stemmen afsnoepen van Hassan [Moustafa]”, zegt De Lange. Bij de voorgaande drie edities van de voorzittersverkiezing had de Egyptenaar geen enkele tegenkandidaat. Hoewel De Lange Moustafa omschrijft als „echt een sympathieke man” en „een ongelofelijke handballiefhebber”, voelt hij zich genoodzaakt een poging te wagen. Voor de sport.
Internationalisering
Volgens De Lange moet er heel veel gebeuren in het internationale handbal, met name de mondialisering van de sport vindt hij belangrijk. „De rest van de wereld heeft steeds meer moeite om Europa te volgen”, zegt De Lange. Hij neemt het afgelopen wereldkampioenschap voor vrouwen, dat in Nederland en Duitsland plaatsvond, als voorbeeld. Alleen Brazilië haalde de laatste acht, en sommige niet-Europese teams leden grote nederlagen in de groepsfase. Om de ontwikkeling van het handbal wereldwijd te stimuleren wil hij, als hij gekozen wordt tot voorzitter, investeren in de samenwerking tussen de continentale bonden.
„Om een handbalcommunity te laten ontstaan in landen waar die er eigenlijk nauwelijks is, is er veel meer nodig dan alleen een zak geld”, zegt De Lange. Hij vindt, net als de andere tegenkandidaten van Moustafa, dat de sport moet durven innoveren. Zo is de variant beachhandbal al aan populariteit aan het winnen en wordt er nagedacht over een ‘urban’ variant, vergelijkbaar met 3×3 in het basketbal. Op die manier komen veel meer plekken in aanmerking voor het spelen van handbal, in landen waar niet genoeg geschikte sporthallen zijn.
/s3/static.nrc.nl/wp-content/uploads/2025/12/19111443/181225SPO_2026857591_2.jpg)
Tjark de Lange
PrivéfotoOok zijn alle tegenkandidaten van Moustafa voor een leeftijdsgrens en een maximaal aantal termijnen voor IHF-bestuurders. Al pleit De Lange voor een lagere maximumleeftijd dan zijn 66- en 67-jarige concurrenten. De Nederlander voert overigens veel minder actief campagne dan zijn Duitse en Sloveense tegenstrevers. Butzeck, met wie De Lange het goed kan vinden, kreeg geld van de Duitse bond om rond te reizen in onder meer Azië. En ook Bobinac sprak al met veel nationale bonden. De Lange houdt het zelf voorafgaand aan zijn speech op het congres met name bij enkele media-uitingen. „Het moet daar gebeuren, in Caïro.”
Dat de verkiezing uitgerekend in Caïro plaatsvindt is iets waar De Lange niet meer van opkijkt. Wel is de timing van het congres opvallend, omdat het normaalgesproken vóór het WK plaatsvindt. Ook opmerkelijk is dat Moustafa zijn gezicht niet heeft laten zien tijdens het toernooi in Nederland en Duitsland, terwijl hij normaalgesproken altijd aanwezig is. Het voedt de geruchten over de gezondheid van de Egyptenaar, die volgens De Lange „zienderogen achteruit is gegaan”.
Naast zijn vermeende gezondheidsproblemen wordt Moustafa achtervolgd door een oude verdenking van corruptie. In 2011 doorzocht de Zwitserse politie in Bazel het kantoor van de IHF en de woning van Moustafa vanwege de dubieuze omstandigheden waaronder een televisierechtencontract tot stand was gekomen. Tot een veroordeling kwam het nooit en ook De Lange trekt geen conclusies op basis van het voorval. „In tien jaar voorzitterschap heb ik nooit iets van corruptie vast kunnen stellen.”
‘Druk op kleine bonden’
„Heel eerlijk gezegd denk ik niet dat mijn kans erg groot is”, zegt De Lange over de voorzittersverkiezing. „En ik denk ook niet dat de kans van Gerd [Butzeck] of Franjo [Bobinac] zo groot is”. Hij merkt bij veel bonden dat ze bang zijn te verliezen wat ze hebben als er een andere voorzitter komt. Ook hoort hij geruchten dat er op kleine bonden druk wordt uitgeoefend om op Moustafa te stemmen. „Ik kan dat natuurlijk niet bewijzen, maar je hoort mensen dat wel zeggen.” Toch ziet hij een kans, die hij formuleert in een Cruijffiaanse uitspraak: „Wellicht kunnen wij niet van Hassan [Moustafa] winnen, maar wellicht kan hij wel van ons verliezen.” Vrij vertaald: Samen kunnen we hem misschien net een meerderheid ontnemen, en anders geven we in ieder geval een signaal af.
En er is nog iets waar De Lange hoop uit put. „Iedereen heeft die beelden vanuit Nederland gezien”, zegt hij over het afgelopen WK. De beleving en het aantal toeschouwers in Ahoy Rotterdam waren volgens hem „voor vrouwenhandbal uitzonderlijk”. Vanuit de internationale handbalwereld kreeg hij eindeloos veel berichten met complimenten voor het toernooi. Nu is het hopen voor De Lange dat dat enthousiasme wordt omgezet in stemmen dit weekend in Caïro. Hij zegt in elk geval al te kunnen rekenen op de steun van Luxemburg.
De journalistieke principes van NRC

/s3/static.nrc.nl/wp-content/uploads/2025/12/21222317/211225BUI_2027948772_2.jpg)
/s3/static.nrc.nl/wp-content/uploads/2025/12/21210350/211225CUL_2027980732_Necro1.jpg)
/s3/static.nrc.nl/wp-content/uploads/2025/12/21183447/211225VER_2027976611_.jpg)

English (US) ·