Pijlstormvogels in de Middellandse Zee slikken veel meer plastic in dan dezelfde soort in de Atlantische Oceaan. Dat blijkt uit een nieuwe internationale studie van Wageningen Marine Research, gebaseerd op de maaginhoud van 529 vogels.
De resultaten, gepubliceerd in het Marine Pollution Bulletin, leveren belangrijke inzichten op voor de manier waarop Europa plasticvervuiling in zee monitort. De onderzoekers stellen nieuwe drempelwaarden voor die gebruikt kunnen worden binnen de EU Marine Strategy Framework Directive (MSFD) en het OSPAR-verdrag.
Wat is het OSPAR-verdrag?
Het OSPAR-verdrag is een afspraak waarmee landen samenwerken om het mariene milieu in het noordoostelijke deel van de Atlantische Oceaan, waaronder de Noordzee, te beschermen. De naam OSPAR is een samenvoeging van Oslo en Parijs, omdat het verdrag voortbouwt op twee eerdere verdragen uit deze steden. Het werd in 1992 tijdens een bijeenkomst in Parijs aangenomen en trad in 1998 officieel in werking. Sindsdien is het verdrag een belangrijk wetenschappelijk en beleidsmatig kader voor het beschermen van zee-ecosystemen tegen vervuiling en andere menselijke invloeden.
Vogels in de Middellandse Zee het zwaarst getroffen
In de studie troffen de onderzoekers bij vogels uit de noordwestelijke Middellandse Zee gemiddeld tot vijf keer meer plastic aan dan bij pijlstormvogels uit Atlantische regio’s zoals de Azoren en de Canarische Eilanden. Hoewel de totale hoeveelheid bij deze soorten lager is dan bij de Noordse stormvogel, een soort die de WUR al jarenlang monitort, zijn de verschillen tussen de regio’s duidelijk zichtbaar.
Volgens onderzoeker Jan Andries van Franeker waren de verschillen groter dan verwacht. “De Middellandse Zee staat al bekend als een vervuilde regio, maar de hoeveelheden plastic die we in deze vogels aantroffen, waren toch nog opvallend hoog”, vertelt Van Franeker. “Deze vogels laten heel direct zien wat er gebeurt onder het wateroppervlak, in een wereld die we zelf nauwelijks kunnen volgen.”
Vooral net uitgevlogen jonge vogels bleken grote hoeveelheden plastic in hun maag te hebben. Wat ook opvalt is dat de plastic deeltjes in pijlstormvogels veel kleiner zijn dan de stukken die in Noordse stormvogels worden gevonden. Dat wijst erop dat deze vogels het plastic waarschijnlijk grotendeels indirect binnenkrijgen, via de vis waar ze op jagen.
Schrijf je in voor de nieuwsbrief! Ook elke dag vers het laatste wetenschapsnieuws in je inbox? Of elke week? Schrijf je hier in voor de nieuwsbrief!
Het gewicht zegt meer dan het aantal
Een belangrijk deel uit de studie is de aanbeveling om plastic in vogelmagen voortaan te beoordelen op basis van de totale massa in plaats van het aantal stukjes. Volgens de onderzoekers geeft het gewicht van de ingeslikte plastics een veel beter beeld van de werkelijke ecologische impact.
De voorgestelde drempelwaarden zijn 0,0098 gram plastic voor jonge vogels en 0,0041 gram voor oudere vogels. De auteurs stellen voor dat gebieden waar meer dan tien procent van de onderzochte vogels boven deze waarden uitkomt, volgens de EU MSFD niet aan de norm voldoen.
Onderzoeker Suse Kühn benadrukt waarom die massabenadering belangrijk is. “Het gewicht bepaalt hoeveel ruimte het plastic inneemt in de maag en dat is direct gerelateerd aan de schade die het kan veroorzaken”, vertelt ze. “Massa is daarom een veel robuustere maat voor monitoring en beleid.”
Een belangrijke mijlpaal
Voor Van Franeker, die al jarenlang betrokken is bij onderzoek naar plastic in zeevogels, is dit werk een belangrijke mijlpaal. “We zijn ooit begonnen met één soort in de Noordzee. Dat dit werk nu een Europees referentiekader helpt opbouwen, vind ik heel bijzonder”, vertelt hij. “Mijn hoop is dat deze inzichten bijdragen aan schonere zeeën, voor vogels, vissen en uiteindelijk ook voor ons.”
Net als bij het stormvogelonderzoek worden alle gegevens gedeeld met OSPAR, zodat ze kunnen worden meegenomen in de internationale monitoringsprogramma’s voor mariene vervuiling.
Uitgelezen? Luister ook eens naar de Scientias Podcast:

1 dag geleden
4





English (US) ·