In de Dominicaanse Republiek hebben Amerikaanse wetenschappers een grot vol fossiele botten, braakballen en prehistorische bijennesten blootgelegd. De insecten gebruikten de lege tandkassen in de kaken van kleine zoogdieren als veilige plek voor hun eitjes.
Zo’n 20.000 jaar geleden was een kalksteengrot op het Caribische eiland Hispaniola het domein van een uilenfamilie. Generatie op generatie sliepen en joegen de roofvogels hier, om hun onverteerbare restjes later weer op te hoesten als braakballen. Die braakballen, vol botten van prooidieren, hoopten zich op de grotvloer op. En precies daar gebeurde iets bijzonders: prehistorische bijen zagen de potentie van al dit moois en richten de biologische resten in als kraamkamer. Een unicum, nooit eerder zijn aanwijzingen gevonden dat bijen botten gebruikten om hun eieren in te leggen.
De ogen van tarantula’s
Hispaniola, het eiland waarop Haïti en de Dominicaanse Republiek liggen, staat bekend om zijn talloze kalksteengrotten. “In sommige gebieden vind je om de honderd meter een nieuw zinkgat”, vertelt onderzoeksleider Lazaro Viñola López van het Field Museum in Chicago. Samen met collega’s daalde hij af in een grot die al bekendstond als fossielenlocatie. “De afdaling is niet heel diep”, zegt hij. “Je maakt een touw om je middel vast en laat je zakken. Ga je ’s nachts naar binnen, dan zie je de ogen van de tarantula’s oplichten. Maar na een tunnel van tien meter begint het echte werk: overal om je heen zijn fossielen.”
Op expeditie in een fossielenparadijs
In verschillende lagen vond het team botten, gescheiden door kalkafzettingen uit natte perioden in het verleden. De meeste waren van knaagdieren, maar er doken ook resten op van luiaards, vogels en reptielen, meer dan vijftig soorten in totaal. Alles wees erop dat dit duizenden jaren lang een uilenhol was geweest. Tijdens het schoonmaken van de fossielen viel Viñola López iets merkwaardigs op. In de lege tandkassen van kaakbotten zat sediment dat er niet uitzag als doorsnee opgehoopt vuil.
“Het oppervlak was glad en een beetje hol”, zegt hij. “Dat is niet hoe sediment zich normaal gesproken vult. Ik bleef hetzelfde patroon zien. Na een aantal van dit soort botresten bedacht ik me: hier klopt iets niet. Het deed me denken aan een wespennest.” En de paleontoloog kon het weten, jaren eerder had hij in Montana fossiele wespencocons gezien: kleine, gladde modderkamertjes waarin larven zich ontwikkelden. Het leek er sprekend op.
Een deel van een gefossiliseerde zoogdierschedel, met sediment in een tandholte dat een nest bleek te zijn, gebouwd door een prehistorische bij. Afbeelding: Lazaro Viñola López.Solitaire bijen
We kennen bijen vooral van grote kolonies en honingraten, maar het merendeel van de bijensoorten leeft juist solitair. “Ze leggen hun eieren in kleine holtes en laten daar stuifmeel achter als voedsel”, legt Viñola López uit. Sommige soorten graven gangen in de grond of in hout, andere gebruiken bestaande structuren. In Europa en Afrika zijn zelfs bijen bekend die lege slakkenhuizen benutten. Om te testen of het hier echt om insectennesten ging, analyseerde het team de botten met behulp van een CT-scanner. Zo konden ze driedimensionale beelden maken van het sediment in de tandkassen, zonder de fossielen te beschadigen.
De conclusie: de structuren komen sterk overeen met moddernesten van moderne bijen. In sommige zaten zelfs stuifmeelkorrels, opgeborgen om als voedsel te dienen voor de larven. Grote kans dat de bijen speeksel met aarde vermengden om deze mininestjes van amper een vierkante centimeter groot te bouwen. Bijkomend voordeel was dat de botten bescherming boden tegen roofdieren zoals wespen.
Geen bijenlijkjes
Fossiele bijen zelf werden niet gevonden. Het warme, vochtige klimaat is funest voor zulke tere lichaampjes. Toch konden de onderzoekers de dieren een naam geven, omdat ze duidelijk afwijken van bekende types. Ze bestempelden de ietwat morbide oerinsecten als Osnidum almontei naar Juan Almonte Milan, de paleontoloog die de grot ontdekte. Of de bijensoort zelf nog bestaat, is onzeker. “Misschien leven ze nog steeds voort”, zegt Viñola López. “Maar veel dieren uit deze grot zijn inmiddels uitgestorven. Het zou me niet verbazen als deze bijen dat ook zijn.”
De vondst laat zien waartoe fossielen allemaal kunnen dienen. “Bijen kunnen je echt verrassen”, besluit Viñola López. “Maar het leert ons ook hoe voorzichtig je moet zijn. Als ik dat sediment zomaar had weggepoetst, hadden we dit verhaal nooit gekend.”

4 uren geleden
2





English (US) ·