Moet je talentvolle kinderen al een specialistische opleiding geven? Nee, zeggen onderzoekers: toppers hebben vaak juist brede achtergrond

3 dagen geleden 1

De gewoonte om uitzonderlijk presterende kinderen al vroeg te trainen in een gespecialiseerde sport of in een andersoortig vakgebied brengt die jongeren wel jeugdkampioenschappen en vroege prestaties, maar de volwassen sportkampioenen en topwetenschappers hebben meestal juist een andere weg afgelegd, met veel meer wisselende activiteiten in verschillende domeinen en vaak ook met een trage start.

Dit schrijven vier psychologen en sportwetenschappers onder leiding van de Duitser Arne Güllich (Rheinland-Pfälzische Technische Universität, Kaiserslautern) deze week in Science. De vier onderzochten een groot aantal studies naar jeugdige topprestaties en naar topkunners op latere leeftijd.

De meeste onderzoeken naar hoogpresterende mensen („exceptional performers”) richten zich op jonge mensen. Meestal in de sport of de muziek omdat talent zich daar al vroeg openbaart en prestaties ook goed meetbaar en vergelijkbaar zijn. En zoals ze schrijven: „Er zijn nu eenmaal geen jeugdige gevechtspiloten of hersenchirurgen.” Uit die onderzoeken naar jongeren blijkt doorgaans dat wie zich vroeg en intens concentreert op één discipline het al vroeg ver kan brengen. Zo zijn dan ook de topscholen voor muziek en sport ingericht. Het team onder leiding van Gülich analyseerde die studies maar keek ook naar het veel geringere aantal studies naar de achtergrond van volwássen toppresteerders in wetenschap, muziek en sport. De centrale vraag was: zijn de gespecialiseerd opgeleide jeugdkampioenen ook de mensen die later als volwassenen hun veld domineren?

En hun antwoord is: nee. In vergelijking met andere goede presteerders uit hun generatie ontwikkelen latere toppresteerders zich in het begin juist trager en concentreren ze zich aanvankelijk ook helemaal niet op één vakgebied. De schakers uit top-3 van de afgelopen tien jaar scoren nu bijvoorbeeld gemiddeld 48 zogeheten elo-punten hoger dan de rest van de toptien, maar toen ze veertien waren, hadden ze juist 63 punten minder dan die rest.

Vroeg pieken in de jeugd

En in een heel ander gebied: Nobelprijswinnaars hebben aan het begin van hun carrière gemiddeld minder hoge publicatie-impactcijfers dan andere topwetenschappers (die wel voor de Nobelprijs zijn voorgedragen maar hem niet kregen). Nobelprijswinnaars verkrijgen ook gemiddeld later een hoogleraarschap of een belangrijke beurs dan die andere ‘subtoppers’.

Natuurlijk hebben de volwassen kampioenen en de jeugdkampioenen veel gemeenschappelijk, zeker in vergelijking met de rest van de bevolking, maar het verschil tussen hen is ook opvallend: vroege specialisatie leidt tot vroeg pieken in de jeugd, en vroege multidisciplinariteit leidt tot tragere groei én tot latere topprestaties.

De onderzoekers vinden dit patroon vrijwel overal terug. Ze vonden het zelfs in een onderzoek naar de meest succesvolle opera’s. Het blijvende succes van een opera blijkt minder naarmate de componist daarvoor al meer opera’s in hetzelfde genre heeft geschreven. Oefening baart kunst maar variatie lijkt dus voor echte topprestaties cruciaal. De specialistische jeugdopleidingen baren aldus maar een minderheid van de volwassen toppers, en door hun concentratie op vroege prestaties verwaarlozen ze ook de brede opleiding die op latere leeftijd juist de basis van de meeste volwassen toppers blijkt te zijn.

In de wereld van topprestaties vallen vaak de later wél succesvolle wonderkinderen het meest op, zoals de componist Wolfgang Amadeus Mozart, de wiskundige Terence Tao en de golfer Tiger Woods, maar uit de vergelijkingen door het team van Arne Güllich blijkt dat relatieve laatbloeiers als de componist Ludwig van Beethoven, de schaker Viswanathan Anand en de wetenschapper Charles Darwin toch vaker voorkomen.

Golfer Tiger Woods wordt beschouwd als wonderkind. Al op zijn tweede verscheen hij op tv.

Golfer Tiger Woods wordt beschouwd als wonderkind. Al op zijn tweede verscheen hij op tv.

Foto Tannen Maury/EPA

De literatuurstudie in Science is een vervolg op een grote metastudie in het tijdschrift Sports Medicine uit 2023, door het zelfde team waarin ze een groot aantal studies naar jonge en oudere sportkampioenen vergeleken. Met dezelfde uitkomst: dat vroege specialisatie wel leidt tot mooie jeugdkampioenschappen maar dat de latere volwassen kampioenen toch meestal ánders gevormd zijn, minder specialistisch, trager en breder ontwikkeld. Die studie leidde vooral in de Duitstalige pers tot verontruste berichten over de specialistische inrichting van jeugdopleidingen in de sport. Wir fördern Kinder völlig falsch – ja wir schaden ihnen gar, zo kopte bijvoorbeeld de Berner Zeitung in 2023.

In Science doen de onderzoekers ook eenvoudige aanbevelingen voor de jeugd-eliteopleidingen die vooral in de muziek en sport bestaan. „In plaats van vier tot zes dagen per week voetbal, kan een jeugdtrainer zijn pupillen ook stimuleren om twee keer per week een andere sport te doen, zoals basketbal, tennis of gymnastiek. De pianoleraar zou de studenten kunnen stimuleren er een ander instrument bij te pakken zoals fluit, viool of slagwerk. De schoolprogramma’s voor bijzondere talenten in de natuurkunde zouden hun programma ook kunnen verbreden met cursussen in informatica, ecologie en filosofie.”

Om de diepere oorzaken van dit patroon beter te begrijpen is meer onderzoek nodig, schrijven Güllich en de zijnen in Science, maar ze lanceren wel alvast een paar mogelijke verklaringen voor het onverwacht positieve effect van een trage en brede ontwikkeling. De eerste is geïnspireerd op arbeidsmarkttheorieën: wie verschillende disciplines beoefent zal eerder een vak vinden dat perfect bij hem of haar past dan iemand die zich al heel vroeg specialiseert. De tweede gebruikt ideeën uit de leerpsychologie: wie zich in meerdere domeinen verdiept kan vaak flexibeler denken en pikt sneller nieuwe dingen op. De derde is een soort omgekeerde van de eerste en gebaseerd op risicoanalyse: wie in zijn opleiding meerdere disciplines beheerst maakt minder kans vast te komen zitten in een vak waarin het plezier afneemt. Overspecialisatie kan ook eerder leiden tot overspannenheid en blessuregevoeligheid.

De journalistieke principes van NRC
Lees het hele artikel