Sandra: ”We vinden werken allebei leuk en zijn daarin ook best ambitieus. Dus toen we aan kinderen begonnen, moesten we wel even bespreken hoe we dat zouden organiseren. Ik combineer mijn baan als jurist bij De Nederlandsche Bank met het schrijven van een proefschrift. Daar heb je wel vijf dagen in de week voor nodig.”
Lars: „Voor mij geldt hetzelfde. Ik ben advocaat en vind mijn werk ook heel leuk. Om me heen zie ik dat collega’s die een dag minder zijn gaan werken, feitelijk hetzelfde werk doen als in een fulltimebaan. Dat zag ik niet zo zitten.”
Sandra: „Dus we hebben gezegd: oké, onze ambitie is om allebei fulltime te blijven werken. Als op enig moment blijkt dat het toch niet gaat, dan gaan we weer met elkaar om tafel zitten.”
Lars: „Tot nu valt het goed te combineren. Met zo nu en dan momenten dat we ons hoofd tegen een muur willen beuken.”
Sandra: ”Ik merk dat het mentaal wel eens veel is: mijn werk bij DNB, mijn proefschrift én een kind. Vooral toen Vesper nog niet goed sliep de eerste maanden. Dan voelde het wel als een opgave om als normaal functionerend mens op je werk te verschijnen en ook nog eens iets creatiefs op papier te moeten zetten.”
Lars: „Ik weet nog dat ik in die periode een keer een zitting had op dinsdagochtend. Ik kan veel dingen afzeggen, maar zo’n zitting niet. Vesper was al ziek vanaf de week daarvoor. Zij sliep niet, wij sliepen niet. Die ochtend hadden we een halve mental breakdown omdat Sandra er even helemaal doorheen zat en ik naar die zitting moest. In totale paniek hebben we toen mijn vader gebeld of hij alsjeblieft wilde komen oppassen. Dat kon gelukkig. Achteraf lach je erom, maar op zo’n moment zelf denk je wel eens: hoe dan?”
Sandra: „Het helpt dat Vesper voor beide opa’s en oma’s het eerste kleinkind is. Dus die wilden allemaal heel graag oppassen. En onze banen zijn allebei vrij flexibel. We kunnen thuiswerken en als het werk overdag niet afkomt, kunnen we het ook in het weekend of de avonden doen.”
Lars: „We doen het nu anderhalf jaar zo. De evaluatie is nog steeds positief.”
Sandra: „Het allerliefst zou ik willen dat de week niet zeven, maar acht dagen had. Zodat ik een extra dag met Vesper door kan brengen.”
Lars: „Daar zou ik ook wel voor tekenen, ja.”
Sandra: „Maar binnen het gegeven van zeven keer 24 uur in de week, denk ik dat we het supergoed geregeld hebben zo.”
Heel vermoeiend
Sandra: „Vesper gaat op maandag en dinsdag naar de opvang. Woensdag passen mijn ouders op, donderdag de ouders van Lars en dan gaat ze vrijdag weer naar de opvang.”
Lars: „We merken dat ze socialer wordt van de kinderopvang en graag met andere kindjes speelt. Dat vinden we belangrijk.”
Sandra: „Mensen hebben er wel een mening over, dat ik vijf dagen werk. Ze zeggen het niet recht in mijn gezicht, maar vragen bijvoorbeeld wel aan mijn moeder: goh, is dat niet heel vermoeiend voor je dochter? Alsof iemand dat ooit tegen Lars zou zeggen!”


Links: het gedroogde bruidsboeket hangt bij Sandra en Lars thuis aan de muur. Rechts: knuffels uit Artis in Amsterdam, waar ze jarenlang vlakbij woonden.
foto’s mona van den BergLars: „Nee, dat zegt nooit iemand tegen mij inderdaad.”
Sandra: „En toen ik zwanger was, vroegen mensen hoeveel ik straks minder zou gaan werken. Daar gaan mensen toch vanuit. Ik vind het vermoeiend dat dit nog steeds ‘een ding’ is. En ik werd er toch ook onzeker door – helemaal toen ik nog borstvoeding gaf en meer last had van hormonen. Vesper had het een tijdje niet zo naar haar zin op de opvang. Toen twijfelde ik: doen we hier wel goed aan? Ben ik nu geen goede moeder omdat ik niet genoeg bij mijn kind ben? Dat heb ik toch ergens geïnternaliseerd, ook al zijn het niet mijn eigen overtuigingen.”
Toen ik zwanger was, vroegen mensen hoeveel ik straks minder zou gaan werken. Daar gaan mensen toch vanuit. Ik vind het vermoeiend dat dit nog steeds ‘een ding’ is
Lars: „Ik zit even te denken, maar mij heeft nooit iemand gevraagd of ik minder wil werken nu ik een kind heb. Ik ervaar meer de positieve kant. Ik heb zes weken vaderschapsverlof opgenomen en, toen Sandra weer aan het werk ging, nog eens vier weken ouderschapsverlof. Daar deed mijn werk niet moeilijk over, ze moedigden het juist aan.”
Temptation Island
Lars: „Tussen zeven en half negen ’s ochtends is het hier spitsuur.”
Sandra: „Ik moet de trein halen, Vesper moet naar de opvang. Iedereen moet eten en aangekleed zijn. En ondertussen zie je de tijd wegtikken… dat kan wel stressvol zijn.”
Lars: „Sinds kort zet ik daarom ’s avonds de ontbijttafel klaar. En leg ik mijn werkspullen ook al bij de deur. Ik heb al iets te vaak in alle haast mijn sleutels moeten zoeken.”
Sandra: „Ja, vroeger kon je rustig ontbijten en eens bedenken welke kleren je aan zal doen – die luxe heb je gewoon niet meer.”
Lars: „Het huishouden willen we zoveel mogelijk fifty-fifty doen. Ik denk dat we daar best aardig in slagen.”
Sandra: „Dat idee heb ik ook. Lars bedenkt altijd wat we eten, bestelt de boodschappen en kookt. En als hij kookt, ruim ik de ravage op die Vesper hier heeft achtergelaten.”
Lars: „Of je gaat Temptation Island kijken.”
Sandra: „Néé, hoezo Temptation Island? Oké, ik kijk wel reality-tv. Maar nooit Temptation Island, wel The Kardashians bijvoorbeeld. Dat is voor mij een manier om even helemaal af te schakelen.”
Lars: „Samen uit eten gaan is een gezamenlijke hobby van ons. Dat doen we eens in de één, twee maanden. Dan gaan we naar de wat luxere restaurants. We eten geen vlees en in dat soort restaurants is het vegetarische menu net wat interessanter, spannender.”
Sandra: „Dat komt dan in onze gezamenlijke agenda. De Slars-agenda, noemen we die. Heel burgerlijk, maar we kunnen niet meer zonder.”
Lars: „Ja, dat zijn wel de momenten waarop je voelt: nu ben ik echt volwassen.”


„Het huishouden willen we zoveel mogelijk fifty-fifty doen.”
foto’s mona van den BergSandra Vermeulen (33) is jurist bij De Nederlandsche Bank (DNB) en schrijft daarnaast twee dagen in de week een proefschrift aan de Radboud Universiteit. Ze is getrouwd met Lars van Amsterdam (36). Hij werkt als advocaat bij Scott + Scott, een ‘boutique’ advocatenkantoor in Amsterdam, gespecialiseerd in .
Ze wonen in een koophuis in Utrecht met hun dochter Vesper van anderhalf.
Samen verdienen ze vijf keer modaal.
Wat is je laatst verstuurde Tikkie?
Sandra: „Een bijdrage voor het cadeau voor een vriendin: een pakket met Simon Lévelt-thee en douchegel van Marie-Stella Maris.”
Weekboodschappen of iedere dag naar de supermarkt?
Lars: „Ik bestel iedere donderdagavond voor de hele week boodschappen bij Albert Heijn. Ik zou gek worden als ik iedere dag naar de supermarkt zou moeten.”
Wat is je laatste grootste uitgave?
Een Sinterklaascadeau voor Vesper: een speelkeukentje van 70 euro.
Tweedehands of liever nieuw?
Lars: „Nieuw. Ik koop niet zoveel, maar áls ik iets koop, zie ik het als een investering. Waar ik laatst in heb geïnvesteerd? Nou, eh… ik heb een horlogeverslaving. Omega’s vind ik heel mooi. Als er een passende gelegenheid voor is, trakteer ik mezelf op een nieuwe. Ik heb er nu zeven.”
Wie ruimt het huis op?
Sandra: „Wij allebei, maar ik denk ik iets meer…?” Lars: „Ik ervaar dat anders.” Sandra: „Haha, óh hij ervaart het anders.” Lars: „Nee, dat is niet helemaal eerlijk. Ik denk dat jij inderdaad iets meer opruimt zonder dat ik het door heb. Maar ik ben dan weer chef papierbak. Die zo nog naar buiten moet, zag ik in de Slars-agenda.”
Wat was echt een miskoop?
Sandra: „Ik had een cupholder besteld die je aan de kinderwagen vast kon klikken. Maar als je er een beker koffie in doet, schudt alle koffie over de rand. Geen succes.”
Wie bedenkt wat je gaat eten?
Lars: „Dat ben ik. Pasta doet het altijd goed, of iets Aziatisch. Voor Vepser ontdooien we meestal zo’n zakje van Mama Deli met een gezonde groentemaaltijd. Als ze naar bed is, kook ik daarna nog voor ons tweeën. Ik gooi redelijk wat zout in mijn eten; dat kan niet voor een kind van anderhalf natuurlijk.”
Waar geef je met schuldgevoel geld aan uit?
Sandra: „Kinderkleding. Ik zou het eigenlijk tweedehands moeten kopen, maar het is gewoon makkelijker om het nieuw te bestellen. En ik vind het ook leuk.”
Waar spaar je voor?
Sandra: „Eerder hebben we gespaard voor onze bruiloft in 2022, en voor dit koophuis. Nu sparen we niet voor iets specifieks.”
Beste tip voor huishouden of financiën?
Lars: „Als het salaris binnenkomt, heb ik meteen een aantal automatische overboekingen aan staan. Een gedeelte naar de gezamenlijke betaalrekening, naar de spaarrekening en de beleggingsrekening. Als ik dat niet doe, zou ik het geld uitgeven. Op deze manier komt het niet in mijn mentale systeem. Dat werkt heel goed.”
Antwoord
Antwoord



/s3/static.nrc.nl/wp-content/uploads/2025/12/21222317/211225BUI_2027948772_2.jpg)
/s3/static.nrc.nl/wp-content/uploads/2025/12/21210350/211225CUL_2027980732_Necro1.jpg)

English (US) ·