De sociale orde binnen jager-verzamelaarsgroepen steekt ingewikkelder in elkaar dan gedacht. Lang is het idee geweest dat gelijkheid en behulpzaamheid ten grondslag liggen aan het gedrag van deze gemeenschappen, maar dat blijkt niet zo te zijn.
Binnen traditionele jager-verzamelaarsgroepen is niet iedereen gelijk en wordt bovendien niet alles eerlijk gedeeld. Volgens antropologen is het onjuist om te denken dat jager-verzamelaars hun buit altijd gelijk verdelen onder hun stamgenoten – met een vrijgevigheid die in welvarende samenlevingen zou ontbreken. Een vergelijking van verschillende antropologische bewijsstukken laat een werkelijkheid zien die veel complexer is dan dat.
‘Er bestaat geen samenleving waarin er sprake is van complete gelijkheid’, zegt teamlid Chris von Rueden, antropoloog aan de Universiteit van Richmond in de Verenigde Staten. Gedrag dat op gelijkheid lijkt, is vaak gewoon praktisch of zelfs egoïstisch.
LEES OOK
‘Woningeigendom moet een middel zijn, geen doel’
De woningmarkt zit al jaren muurvast en vergroot bovendien de ongelijkheid. Om dit op te lossen moet het eigendomsrecht op de schop, stelt rechtsfilos ...
Pesten
Onderzoekers observeerden in het verleden vaak een schijnbaar gelijke verdeling van rijkdom in traditionele zelfvoorzienende samenlevingen. Hieruit concludeerden ze dat de mens van nature neigt naar vrijgevigheid en gelijkheid. Een voorbeeld hiervan is de 19e-eeuwse filosoof Friedrich Engels – een vriend van Karl Marx en een sterk voorstander van het marxisme. Ook hij baseerde sommige van zijn ideeën op verslagen over het egalitaire karakter van traditionele gemeenschappen. ‘Maar het is niet zo dat deze gemeenschappen zomaar alles delen met iedereen’, zegt Von Rueden.
Von Rueden bestudeerde het bestaande bewijsmateriaal samen met antropoloog Duncan Stibbard Hawkes van de Baylor-universiteit in de Verenigde Staten. De twee zijn van mening dat sommige antropologen gelijke welvaart in een gemeenschap ten onrechte hebben gezien als bewijs dat er in die groep ook een verlangen naar gelijkheid heerst. En hoewel sommige traditionele zelfvoorzienende samenlevingen inderdaad veel nadruk leggen op gelijkheid, komt dit vooral doordat individuen vrezen dat hun persoonlijke vrijheid wordt beperkt, en niet door een egalitaire moraal. Neem de Mbendjele, een groep die in de Republiek Congo leeft. Deze groep kent een klachtenprocedure genaamd mosambo, waarbij mensen de aandacht van het hele kamp vragen en vervolgens luidkeels verkondigen hoe hun rechten zijn geschonden.
‘Mensen houden niet van pesten. Ze houden niet van dwang of van ‘stoere mannen’’, zegt Manvir Singh, antropoloog aan de Universiteit van Californië Davis in de VS, die niet bij het onderzoek betrokken was. Hij is het eens met het idee van Von Rueden en Stibbard Hawkes dat een samenleving die is opgebouwd rondom de bescherming van autonomie er uiteindelijk egalitair uit kan zien.
Luidruchtige eisen
De antropologen ontdekten ook dat gelijkheid niet alleen een mogelijk gevolg is van een verlangen naar autonomie, maar ook van egoïstisch gedrag. In plaats van de buit van een jacht uit vrijgevigheid te verdelen, deelt een jager het vlees misschien uit puur omdat hij er niet eindeloos over lastiggevallen wil worden. Om dit idee te ondersteunen, merken Von Rueden en Stibbard Hawkes op dat antropologen in het verleden vaak melding hebben gemaakt van ‘extreem luidruchtige’ eisen aan jagers om voedsel te delen binnen gemeenschappen. Uit observaties bleek bijvoorbeeld dat in sommige !Kung-gemeenschappen – een cultuur die voorkomt in Angola, Botswana en Namibië – ongeveer 34 procent van de gesprekken overdag gewijd is aan klachten over gierigheid.
Daarnaast blijkt dat een samenleving waarin individuen bereid zijn om middelen te delen nog steeds een sociale hiërarchie kan hebben. In sommige culturen kennen bewoners juist status toe aan degenen die meer gemeenschapsgericht zijn dan anderen. Het Tsimané-volk in Bolivia bijvoorbeeld beschouwt nederigheid en behulpzaamheid als tekenen van goed burgerschap. Von Rueden en Stibbard Hawkes stellen dan ook dat de gelijkheid die antropologen in traditionele zelfvoorzienende samenlevingen hebben geobserveerd, het resultaat kan zijn van een felle concurrentie om de eerlijkste en neutraalste persoon in de groep te zijn.
Bevooroordeelde visie
Het onderzoek levert ‘een belangrijke bijdrage door verschillende etnografische voorbeelden samen te brengen’, zegt Jerome Lewis, antropoloog aan het University College London. ‘Het laat de veelzijdigheid en diversiteit van egalitarisme zien.’
Lewis zegt dat het 19e-eeuwse beeld dat Friedrich Engels had van de ‘nobele jager’ die in idyllische, egalitaire groepen leeft, een achterhaalde, ‘zeer discriminerende en bevooroordeelde visie’ is. Net als elke andere menselijke groep concurreren jager-verzamelaars met elkaar, zijn ze het niet altijd met elkaar eens en zoeken ze naar manieren om hun meningsverschillen op te lossen.
Lewis wijst erop dat mensen die in traditionele zelfvoorzienende samenlevingen leven ‘opvallende alternatieven’ hebben ontwikkeld voor de manier waarop welvarende landen hun culturen en rechtspraak organiseren. Sommige traditionele zelfvoorzienende samenlevingen bestaan al meer dan 50.000 jaar. Volgens Lewis bieden zij ons ‘waardevolle lessen en alternatieve manieren om na te denken over hoe we onze samenleving vormgeven’.

3 dagen geleden
4





English (US) ·