‘Ik vloog letterlijk een burgeroorlog in.’

1 dag geleden 3

Dit artikel is geschreven door een van onze partners. Daarmee valt het buiten de verantwoordelijkheid van de ND-redactie.

Twintig jaar geleden vloog Fred Rietkerk letterlijk een burgeroorlog in. Het was 2004, een jaar nadat het conflict in Soedan uitbrak en Darfur van de buitenwereld werd afgesloten. Geen pers, geen hulporganisaties, niemand. Rebellen hadden vrij spel, mensen werden verdreven uit hun dorpen en er vond genocide plaats.

Op weg naar Nyala
Toen de regio openging voor hulporganisaties, kwam Fred als ‘program support manager’ naar Soedan. Zijn verantwoordelijkheid? Alles regelen zodat hulp mogelijk werd: logistiek, veiligheid, financiën en administratie. Als Fred het vluchtelingenkamp in Gereida wilde bezoeken, dan moest hij eerst langs een checkpoint van de overheid aan de rand van de hoofdstad van Zuid Darfur, Nyala. Achter dat checkpoint had de overheid geen controle over wat er gebeurde. Maar daar waren dus wel de vluchtelingen te vinden die hulp nodig hadden. Een bizarre situatie.

In Gereida, een stad zo’n 60 kilometer ten zuiden van Nyala, lag het vluchtelingenkamp waar Fred werkte. Daar verbleven op dat moment ongeveer 20.000 mensen die door de burgeroorlog alles waren kwijtgeraakt. Samen met zijn team zette hij het kamp op en zorgde voor onderwijs voor kinderen en activiteiten waardoor mensen werden geholpen om in hun levensonderhoud te voorzien: zaden en tools voor verbetering van de landbouw, spaargroepen voor vrouwen en vaccinaties voor vee. 


De Noordschool 

Onzekerheid en veiligheid
‘Het leven in een oorlogsgebied was onwerkelijk. Je vliegt niet zomaar een oorlogsgebied in. Dat is een bewuste keuze. Als hulpverlener stap je in dat vliegtuig omdat je wilt dat jouw werk verschil maakt. Je weet dat het risico’s met zich meebrengt, maar je kiest ervoor om er te zijn,’ vertelt Fred. Die drive zag Fred bij iedereen om zich heen. ‘Soms was het niet veilig om naar het kamp te gaan. Dan luisterde ik naar berichten van de VN en het Rode Kruis, en vroeg lokale collega’s wat zij hadden gehoord in de bus. Was het niet veilig? Dan bleef het team binnen. Dat gaf frustratie, want mensen in het kamp wachtten op hulp. Maar veiligheid ging boven alles,’ vertelt Fred over zijn aanpak.

Vertrouwen opbouwen
Vertrouwen opbouwen was niet vanzelfsprekend. Kinderen gooiden stenen naar de auto’s van hulpverleners. Door in gesprek te gaan met ouders en kinderen werd uitgelegd wie ze waren en wat ze kwamen doen. Ook het lokale personeel kreeg trainingen om duidelijk te maken waarom hulporganisaties aanwezig waren en wat hun rol was. Op een gegeven moment merkte Fred verschil en begrepen mensen beter wat ze van het team konden verwachten.

Het dagelijks leven in het kamp
Het leven in een vluchtelingenkamp is intens. Elke dag proberen mensen om het beste te maken van een moeilijke situatie. Er is weinig eten, geen kleding. Kinderen spelen tussen de tenten en krijgen les in de open lucht. Soms was er blijdschap en hoop. Fred zag dat vooral bij de kinderen. ‘Bij de kinderen zag ik weer hoop toen er eenvoudige klaslokalen waren gebouwd door hulporganisaties. Dit gaf rust. Het is fijn als kinderen weer normaal naar school kunnen. Dat geeft ze ritme in hun leven en het geeft hun moeders ook de ruimte de dagelijkse dingen te regelen,’’ vertelt Fred. Er is altijd onzekerheid. Is het veilig? Hoelang zal het nog duren?

Hoop en onzekerheid
Twintig jaar later ziet Fred weer dezelfde beelden uit Soedan: tentenkampen, mensen op de vlucht, kinderen die wachten op hulp. ‘Ik sloot me destijds af voor de verhalen, anders kon ik m’n werk niet doen,’’ vertelt Fred. ‘In de afgelopen jaren hebben we ons als ngo’s ontwikkeld in ons werk, maar de situaties van mensen op de vlucht is nog steeds hetzelfde. Ze hebben niets.’’


Klas in Malwi school 

Wat kun jij doen?
‘’Ik was recent op een basisschool in Lelystad. Daar hebben de kinderen vandaag op school hun eten laten staan. En hebben ze zich laten sponsoren via onze actie Zip Your Lip. Precies de vraag ‘wat kun jij doen’ kwam daar ook voorbij. En alle kinderen in deze klassen hadden ideeën over wat zij kunnen bijdragen aan het leven van kinderen in vluchtelingen kampen, hoe zij hoop kunnen brengen. Ze kunnen geld inzamelen, langs de deuren gaan en mensen vertellen dat zij zich inzetten voor kinderen die honger hebben. Ik was heel geinspireerd door deze kinderen. Op deze manier kan iedereen iets betekenen voor kinderen in Soedan!’’

Lees het hele artikel